
Nederland heeft meer dan 200 biomassacentrales. In de gemeente Sittard-Geleen staat de biomassacentrale BES (Biomassa Energiecentrale Sittard) die energie levert aan twee ondergrondse warmtenetten, ook wel stadsverwarmingen genoemd: Hoogveld en Het Groene Net (HGN).
De gemeente Sittard-Geleen is samen met het Nederlands warmtebedrijf Ennatuurlijk aandeelhouder van deze warmtenetten. Beide netten leveren warmte -en soms koude- aan zo’n 1300 woningen en 25 bedrijven.
Wat is Het Groene Net?
Vaak wordt Het Groene Net als verzamelnaam gebruikt om het hele warmtenet van Sittard-Geleen te betitelen. Dit is echter onjuist. HGN is slechts een onderdeel hiervan.
Aan de basis staat de biomassacentrale BES aan de Rijksweg Noord in Sittard. De BES is een lokaal bedrijf dat energie opwekt in de vorm van warmte en elektriciteit. Dit gebeurt door het verbranden van snoeiafval dat afkomstig is uit de gemeenten Stein, Beek en Sittard-Geleen. De elektriciteit wordt geleverd via het openbare elektriciteitsnet aan energiebedrijf “Van de Bron”. Met de warmte wordt water verwarmd dat met een temperatuur van 90 graden Celsius wordt geleverd aan HGN.
HGN is een lokaal warmtebedrijf dat kan worden onderverdeeld in een noordelijk en een zuidelijk deel. HGN noord omvat de Sittardse wijk Limbrichterveld, dat warmte krijgt van BES. Het doel van HGN zuid is om het warmtenet op termijn uit te breiden naar Zuid-Limburg. Het idee is om restwarmte te gebruiken van een aantal fabrieken op het Chemelotterrein, waaronder de naftakrakers van Sabic. Met de restwarmte van Naftakraker 4 kunnen 30.000 huishoudens en 80 kantoren van warmte worden voorzien. Er is nog geen moment bekend wanneer de naftakraker daadwerkelijk op HGN zal worden aangesloten.
Voor HGN zuid overlegt de Provincie Limburg samen met de gemeenten Sittard-Geleen, Stein, Beek en een aantal andere partijen. HGN zuid zit nog in de onderzoeksfase.
Zowel HGN noord als HGN zuid zijn onderdeel van HGN BV, dat is opgericht op 30 juni 2015. HGN BV is een lokaal bedrijf dat warmte en -deels- koude levert via een ondergronds leidingennetwerk, aan bedrijven, instellingen en wooncomplexen in Sittard-Geleen. De woningen in de Sittardse wijk Limbrichterveld Noord zullen worden aangesloten op het warmtenet van HGN BV. Enkele gebouwen, instellingen en verenigingen in de wijk zijn al aangesloten, het gaat om het Hof van Langfoor, de woningen Spoorkolonie, flats 1 en 2 van het Limbrichterveld, het kantoor van ZoWonen, Rabobank, De Ligne, de Brandweer, Fitland en het Zuyderland zorgcentrum Lemborgh.
HGN Ontwikkel BV is een organisatie naast HGN BV die verantwoordelijk is voor de verdere ontwikkeling van Het Groene Net.
Ook zijn er nog andere bedrijven betrokken rondom de warmtenetten. De landelijke warmteleverancier Ennatuurlijk, waarvan PGGM en Veolia aandeelhouder zijn, is nauw betrokken en samen met de gemeente Sittard-Geleen partner in HGN BV. De gemeente Sittard-Geleen is voor 35% aandeelhouder, voor juli 2020 was dit 50%, het bedrijf Ennatuurlijk is voor 65% aandeelhouder, voor juli 2020: 50%.
Een ander bedrijf is het energiebedrijf Enpuls, een dochter van Enexis, die samen met de Universiteit van Maastricht onderzoekt of de ondergrond van Maastricht geschikt is voor het aanleggen van een warmtenet. Enpuls neemt ook deel aan het samenwerkingsverband van HGN met investeerder Ennatuurlijk, de Provincie Limburg en het overheidsbedrijf Mijnstreekwarmte BV. De organisatie Mijnstreekwarmte houdt zich bezig met de ontwikkeling van een warmtenet voor Zuid-Limburg. Op dit moment is de gemeente Sittard-Geleen de enige aandeelhouder van Mijnstreekwarmte BV. Op den duur kunnen de gemeenten Stein en Beek eventueel medeaandeelhouder worden. Dit is mede afhankelijk van de deelname aan HGN.
Naast HGN is er nog een andere warmtenet, namelijk het warmtenet Hoogveld. Zoals de naam al aangeeft voorziet dit warmtenet voornamelijk de in 2005 gebouwde Sittardse Vinex wijk Hoogveld, dat aan de Sittardse wijk Limbrichterveld grenst.
Het warmtenet Hoogveld behoort niet tot HGN, maar is wel op BES aangesloten. Ennatuurlijk geeft aan dat communicatie over beide warmtenetten nu nog apart gebeurt. Omdat beide warmtenetten van dezelfde bron en back-up regeling gebruik maken, zal dit in de toekomst gelijk worden getrokken.
De rol van de gemeente binnen het warmtenet
Kim Schmitz, wethouder Duurzaamheid: “HGN is HET middel om invulling te geven aan de energietransitie! Het gebruik van restwarmte die het mogelijk maakt om hoog temperatuur water van 90 graden tot in de woning te brengen is werkelijk een gouden kans. Hoe meer huishoudens via dit hoog temperatuur warmtenet van het gas af gaan, hoe minder de elektriciteitsvraag zal toenemen. Immers, andere transitiemiddelen zullen altijd fors extra stroom vragen die duurzaam moet worden opgewekt. Met de restwarmte van Chemelot kunnen tienduizenden huishoudens worden verwarmd.”
“De grootste uitdaging zit hem in het aankoppelen van bestaande grondgebonden woningen. Dat is niet alleen voor mij maar ook voor de rijksoverheid de uitdaging, vandaar dat de overheid proeftuinen Aardgasvrije Wijken in het leven hebben geroepen. In Limbrichterveld doorlopen we een zeer leerzaam proces. Een aanvullende uitdaging is ook dat veel mensen van mening zijn veel of alles te weten over de energietransitie en nut en noodzaak van die transitie.”
“In zijn algemeenheid is het een proces van drie stappen vooruit, twee achteruit. Maar we gaan vooruit en behalen mooie resultaten.“
Judith Bühler, wethouder van het project Het Groene Net: “in de jaren dat ik raadslid was heb ik vaker aandacht gevraagd voor de financiële en beheersmatige risico’s rondom HGN. Niet om het project te remmen, maar met het doel om HGN toekomstbestendig te maken. In het addendum op het coalitieakkoord zijn hier ook afspraken over gemaakt. Het Berenschotonderzoek en het opstellen van een toekomstbestendig plan, zijn onderdelen van deze afspraak. Net als de samenwerking met de provincie en de markt.”
“Ik geloof in HGN als een van de manieren om de energietransitie in onze regio vorm te geven. Als portefeuillehouder deelnemingen werk ik graag aan het scheppen van kaders waarbinnen we de ambitie kunnen uitvoeren.”
Ruud Guyt, oud wethouder Duurzaamheid van de gemeente Sittard-Geleen en PvdA politicus, is voorzitter van het samenwerkingsverband tussen investeerder Ennatuurlijk, energiebedrijf Enpuls, de Provincie Limburg, het participatiebedrijf Mijnstreekwarmte BV en als commissaris van HGN BV en HGNO BV.
Een woordvoerder van de gemeente Sittard-Geleen geeft aan dat “in 2018 bewust ervoor is gekozen om de bestuurlijke kennis van Het Groene Net te borgen. Namelijk door voormalig wethouder Guyt te handhaven als bestuurder van MijnStreekwarmte BV en commissaris bij Het Groene Net BV en Het Groene Net Ontwikkel BV. Door het handhaven van de positie van de heer Guyt in deze functies en de deelname van de heer Guyt vanuit deze rol in de Stuurgroep HGN zuid is de (specialistische) en bestuurlijke kennis geborgd in HGN zuid en HGN noord. Later is binnen de gemeente op het gebied van de governance een aantal stappen gezet, met name in de vorm van functiescheiding en een andere procesgang in advisering. De gemeente gaat zich richting het warmtenet meer gedragen als opdrachtgever en aandeelhouder. Welke consequenties dat heeft, wordt later dit jaar duidelijk.”

Wat is een warmtenet?
Een warmtenet is een netwerk van leidingen onder de grond, waardoor warm water stroomt. Dat warme water wordt gebruikt om huizen en gebouwen te verwarmen. Een warmtenet wordt verwarmd met warm water dat komt van een warmtebron in de buurt, BES. Het warme water komt uiteindelijk via een afleverset binnen bij woningen en bedrijven en zorgt voor warmte via de verwarming en warm kraanwater. Gebouwen die zijn aangesloten op een warmtenet hebben geen gasketel meer en hebben geen gasaansluiting meer nodig. Het is de bedoeling om via een warmtenet bedrijven en woningen aardgasvrij te maken.
In het klimaatakkoord is opgenomen dat in 2050 alle steden en dorpen aardgasvrij moeten zijn, daarom is in het Klimaatakkoord een belangrijke rol voor warmtenetten weggelegd.
Het warmtenet Hoogveld ontvangt voor ongeveer 90% warmte van BES. Het overige deel komt van gasketels van het ketelhuis in Hoogveld, die ook als piek- en back-upvoorziening dienen.
HGN ontvangt voor ongeveer 68% warmte van BES en 32% van het ketelhuis in Hoogveld. In 2017 was het de bedoeling dat HGN uiterlijk in 2021 alle 1.400 woningen, winkels en andere gebouwen van de wijk Limbrichterveld zou hebben aangesloten.

De biomassacentrale BES werd op 10 mei 2007 door een brand voor een groot deel verwoest. In 2008 was de centrale herbouwd en opnieuw in gebruik genomen. Op 28 augustus 2019 ontstond, na een ontploffing, een tweede brand.
De huidige installatie heeft een thermisch vermogen van 8 MW en een elektrisch vermogen van 1,25 megawatt (MW). De stroom wordt aan energiebedrijf Vandebron geleverd.
Proeftuin
Landelijk zijn in 2 ronden 46 wijken als proeftuin aangewezen die aan een landelijke proef meedoen met als doel om woningen aardasvrij te maken en uiteindelijk de gasafsluiting in de woning te verwijderen. In Limburg zijn inmiddels 4 wijken en 1 school als proeftuin aangewezen.
In het Programma Aardgasvrije Wijken (PAW) van het Ministerie van Binnenlandse Zaken Koninkrijksrelaties zijn de volgende pilots aangewezen:
- In de gemeente Brunssum is de wijk Brunssum-Noord aangewezen. Voor deze wijk zal gebruik worden gemaakt van de warmte- en koudeopslag van het oude mijngangenstelsel. Een soortgelijk project is een aantal jaren geleden in gemeente Heerlen uitgevoerd via het Mijnwater Project.
- In de gemeente Sittard-Geleen is de wijk Limbrichterveld aangewezen. Aan de Marshallstraat 1c is een modelwoning ingericht. De wijk Limbrichterveld zal aangesloten worden op Het Groene Net. Een ondergronds warmtenet dat warmte en koude levert aan bedrijven en woningen in Sittard-Geleen, Beek en Stein. De warmte zal afkomstig zijn van twee lokale warmtebronnen: BES en de restwarmte van Naftakraker Olefin 4 van Sabic op het Chemelotterrein.
- In Venlo zal gebruik worden gemaakt van aquathermie.
- In Roermond zal via Slimme Energie Roermond de restwarmte van Smurfit Kappa worden gebruikt.
- Hiernaast neemt basisschool De Horizon in Heerlen ook het initiatief om aardgasvrij te worden.
Het Ministerie verwacht op 1 juni 2021 een derde selectieronde te starten, waarvan deelnemende proeftuinen in het eerste kwartaal van 2022 bekend zullen worden gemaakt.
Aansluiting op Sabic
In een artikel van De Limburger van 3 januari 2020 geeft oud wethouder Ruud Guyt antwoord op de vraag wat er zou gebeuren als de aansluiting op de naftakraker van Sabic wegvalt: “De kans dat het zich voordoet is heel klein, maar als het gebeurt, dan kan HGN dat niet dragen. Sabic kan en wil niks garanderen: het leveren van hitte is geen kernactiviteit. We gaan de provincie vragen dat risico af te dekken met een garantstelling.”
In november 2019, tijdens een onderhoudsstop van de naftakraker, werd de eerste aansluiting van HGN gemonteerd. De kosten bedroegen € 3 miljoen, dat HGN van de Provincie Limburg heeft geleend.
Hetzelfde artikel gaf de volgende reactie van Chemelotdirecteur Loek Radix: “Chemelot heeft al genoeg gedaan door de aansluiting op de naftakraker mogelijk te maken. De investeringen in de energietransitie op Chemelot zelf zijn bovendien erg duur. Investeren in HGN hoort niet bij de taken van Chemelot”, maakte Radix duidelijk. Garanties dat Sabic altijd warmte blijft leveren, worden ook niet gegeven. “Als u de restwarmte wil hebben: kom het maar halen.”
Investeringen door de burger
“In de wijk Limbrichterveld is de aansluiting op het warmtenet gekoppeld aan een subsidie voor de verduurzaming van de woning en is daarmee gericht op besparen van energie”, laat een woordvoerder van de gemeente Sittard-Geleen weten. “Met die subsidie kan de spouwmuur worden geïsoleerd, de kookplaat worden vervangen door een inductiekookplaat, het aanpassen van de elektrische aansluiting en het glas worden vervangen door HR++-glas.”
“Als er nieuwe kozijnen nodig zijn, zullen woningeigenaren die zelf moeten betalen. Maar het overgrote deel van de kosten is gedekt door de subsidie. In het algemeen zullen woningeigenaren de kosten moeten betalen voor de overstap van het gasnet naar het warmtenet en een warmtewisselaar of afleverset die de cv-ketel vervangt. De afleverset heeft een eigen bijdrage van € 2.500,00.”
“Landelijk is subsidie beschikbaar om grondgebonden woningen aan te sluiten op een warmtenet, waardoor de kosten beperkt blijven”, vervolgt de woordvoerder. “Het ministerie van Binnenlandse Zaken bekijkt op dit moment of die ook kan worden gebruikt in combinatie met de subsidies van de proeftuin. Isolatie is niet verplicht, maar geeft het beste resultaat omdat je direct energie bespaart. Ook daarvoor zullen kosten moeten worden gemaakt, waarvan een deel weer kan worden gesubsidieerd. De overheid kan met een betere bijdrage meer mensen overhalen de stap te maken.” De subsidie voor de deelname aan de proeftuin is nu ongeveer € 8.000,00.
Gemeenteraadslid Jack Renet is fractievoorzitter van de politieke partij SPA en reageert vaak inhoudelijk op items die zowel chemie als milieu raken. Jack Renet heeft een andere visie op de aansluiting: “burgers maken aanzienlijke kosten bij aansluiting op HGN, omdat de CV-ketel van de woningeigenaar onvoldoende is. De Autoriteit Consument en Markt (ACM) rekent de kosten van de aanschaf (plus onderhoud en rente daarover) mee in de vaste kosten voor afnemers van warmtenetten. Hierdoor betalen burgers voor een CV-ketel die ze niet hebben, terwijl de oude CV-ketel financieel niet kan worden afgeschreven.”
“Het Economisch Instituut voor de Bouw komt op circa € 40.000 per woning voor overgang naar een warmtenet. Dit bericht sluit niet aan op het bericht van de gemeente dat de kosten bij overgang naar HGN laag zijn.” Verder merkt gemeenteraadslid Renet op: “stel dat HGN niet verder wordt geëxploiteerd, dan is de energielevering gegarandeerd. Dit geldt niet voor de investeringen. In deze situatie zijn burgers hun geld kwijt, er is geen enkele regeling voor het terugbetalen van de investeringen.”
Jack Renet vervolgt: “waar de gemeente wél hard aan moet werken is om op een voor onze inwoners betaalbare wijze de bebouwde omgeving te verduurzamen. Dit kan bijvoorbeeld door isolatie van woningen en door het aanbrengen van betaalbare hybride systemen waarbij de inwoners de investering terugverdienen. In een rapport van het Economisch Instituut voor de Bouw (EIB) is de investering voor een aansluiting op het warmtenet per woning bepaald op € 38.800,00. Het EIB geeft hierbij aan dat in de praktijk is gebleken dat er grote risico’s bestaan rondom de aanleg van warmtenetten.”
Een woordvoerder en een projectleider van Ennatuurlijk laten weten dat het de bedoeling is dat de kosten van € 2.500 voor de afleverset via een rijkssubsidie moeten worden vergoed. De kosten voor de bewoners zou hiermee op € 0,00 uitkomen. Hiervoor is echter nog een tekstuele aanpassing op het rijkssubsidiebesluit nodig. Deze aanpassingen zijn in februari 2021 met de ambtenaren van het Ministerie van Binnenlandse Zaken besproken, maar is nog niet doorgevoerd. Ennatuurlijk is overtuigd dat dit alsnog zal gebeuren. Op het moment heeft nog niemand de kosten voor de afleverset daadwerkelijk betaalt.
“De aanschaf of huur en onderhoud van een CV-ketel gebeurt nu in eigen beheer. Bij de aansluiting op HGN wordt de CV-ketel vervangen door de afleverset, maar komt het periodiek onderhoud, het verhelpen van eventuele verstoringen en de vervanging voor rekening van HGN. De burger heeft hier verder geen kosten meer bij. Daarbij is de verwachtte levensduur tussen de afleverset en CV-ketel aan elkaar gelijk.”
Wat is biomassa? Hoe duurzaam is dat?
De meningen in Nederland zijn verdeeld over de duurzaamheid van biomassa.
In de Europese Richtlijn voor Hernieuwbare Energie wordt biomassa omschreven als “afbreekbare fractie van producten, afvalstoffen en restanten van de landbouw (met inbegrip van plantaardige en dierlijke stoffen), de bosbouw, de visserij- en aquacultuursector en aanverwante bedrijfstakken en ook de biologisch afbreekbare fractie van industrieel en huishoudelijk afval.”
Milieu Centraal stelt dat “energie uit biomassa ook wel bio-energie wordt genoemd. Die naam heeft alles te maken met de bron. Bio-elektriciteit en bio-warmte komen namelijk voort uit biologisch (of organisch) materiaal. Dat kan van alles zijn: (snoei)houtafval uit de bosbouw en houtverwerkende industrie, rioolslib uit waterzuiveringsinstallaties, groente-, fruit- en tuin-afval (gft) van huishoudens, plantaardige olie en vet uit de voedingsmiddelenindustrie, mest van veebedrijven en gewassen die speciaal voor bio-energie worden verbouwd, zoals koolzaad.”
Verder geeft Milieu Centraal aan dat “deskundigen over de duurzaamheid van bio-energie discussiëren. Bijvoorbeeld over de vraag of het verbranden van hout in plaats van fossiele brandstoffen helpt tegen klimaatverandering of dit juist verergert. Bij het verbranden van hout komt namelijk in één keer alle CO2 vrij die in tientallen jaren is vastgelegd, zelfs meer dan bij de verbranding van steenkool voor dezelfde hoeveelheid energie. Deze CO2 draagt op korte termijn bij aan klimaatverandering, ook als er nieuwe bomen worden geplant.”
De Nederlandse rijksoverheid vermeldt dat “voor het gebruik van biomassa uit bosbouw de bestaande bossen niet in gevaar mogen worden gebracht. Het kappen van oerbossen is niet toegestaan. De kwaliteit en de gezondheid van bossen moeten in stand worden gehouden of verbeterd. Het gaat dan onder meer over de bodem en verbetering van grond- en oppervlaktewater. En na de kap van hout moeten producenten weer jonge bomen aanplanten.”
Nederland koopt afval- en dunningshout uit het buitenland om te verbranden in de verschillende biomassacentrales. Op dit moment komt ruim een kwart van ons afvalhout uit het buitenland, vaak van buiten Europa. Voordat het hout kan worden gebruikt, dient dit eerst in houtsnippers te worden omgezet.
Dit proces is discutabel, omdat zowel de import als de versnippering van hout geen CO2 neutrale processen zijn. Ook het terugplanten van 1 jongere boom voor 1 oudere boom wordt bekritiseerd. De oudere boom neemt namelijk meer CO2 op dan de jongere boom. Daarbij duurt het vaak tientallen jaren voordat de jongere boom op het oude niveau van de oudere boom is. De kritiek is dan ook dat het een hernieuwbare bron is, maar dat het tientallen jaren duurt voordat dit is gerealiseerd.
De situatie bij BES verloopt op enkele punten anders dan hierboven omschreven.
Een woordvoerder van Ennatuurlijk gaf in maart 2021 aan dat BES “drie tot vier ton tuin- en plantsoenafval per uur gebruikt. BES verbruikt verder geen andere bijproducten. Deze tonnages zijn vooral afhankelijk van het vochtpercentage en het asgehalte (aanhangende grond). De biomassa is tuin- en plantsoenafval uit de regio met een straal van 50 kilometer, de meeste uit een straal van 20 kilometer, en wordt door lokale hoveniers en transporteurs vanuit milieuparken van gemeentes naar ons gebracht. Gemiddeld één keer per week wordt de aangeleverde onbewerkte biomassa gedurende één tot twee dagen verkleind met een shredder. Dat is nodig om het te kunnen verwerken in de centrale. Dit is voor ons niet exact te plannen omdat dit afhankelijk is van de aanvoer op de milieuparken van de gemeentes en de aanvoer van de hoveniers. Aangezien onze biomassa maximaal circa één week kan worden opgeslagen (omdat anders het composteringsproces begint) wordt de biomassa aangevuld met één à twee vrachten voorbewerkte biomassa per dag. Ook deze biomassa is afkomstig van tuin- en plantsoenafval en komt voor 95% uit de regio.”
“De centrale draait 24/7. Eén keer per jaar is er een geplande stop voor controle, schoonmaak en preventief onderhoud. Het opstarten gebeurt met droge houtchips, daar is geen andere energiebron -zoals gas- bij nodig. Voor het opstarten is ongeveer 4 m3 chips nodig, dat is ongeveer 1 stam. De houtchips worden gechipt door een chipper die ingehuurd wordt. BES heeft zelf geen chipper of shredder.”
Ennatuurlijk vervolgt: “Bureau CRG is de certificerende instantie voor bevestiging van de berekening van Duurzaamheid. Dit bureau controleert iedere drie jaar onder andere op de herkomst van de biomassa, het leidingverlies, het gasverbruik, hulpenergie voor pompen etc. Het certificaat dat door dit bureau is gegeven geldt als een duurzaamheidsverklaring voor het hele warmtenetwerk.”
Bureau Berenschot voerde een verdiepingsonderzoek uit over HGN. De resultaten van het onderzoek werden in een rapport van 11 januari 2021 opgenomen. Het bureau gaf aan dat de oorspronkelijke doelstelling van HGN was dat 82% van de energie afkomstig moest zijn van groene stook en 18 % van het bijstoken met gas. In totaal wordt echter iets meer dan 8.000 ton groenafval aan BES aangeleverd in plaats van de beoogde 12.000 ton. Het gevolg was dat er meer dan verwacht bijstook van niet-hernieuwbare bronnen nodig was. Van de beoogde 82% groene stook, was in 2019 slechts 66% gerealiseerd.
“Hoe duurzaam is Het Groene Net” was de kern van de technische vragen die gemeenteraadslid Jack Renet aan de gemeenteraad stelde. “Het verbranden van biomassa is in feite het miljoenen malen versnellen van een natuurlijk proces en in feite hetzelfde als verbranden van kolen. Die versnelling heeft nadelen voor het milieu en de planeet tot gevolg.”
“Biomassa zal steeds meer hoogwaardiger worden gebruikt waardoor op middellange termijn (10 jaar) de BES geen houtige biomassa zal ontvangen. Deze ontwikkeling is zeer gewenst, zowel vanwege de uitstoot van de BES als vanwege de hoogwaardigere producten. Nu al wordt door een bedrijf op Chemelot (BrigH2) gesproken met leveranciers van biomassa.”
BrigH2 is een startup die op het Chemelotterrein werkt aan een demonstratiefabriek voor het produceren van groene waterstof door vergassing van biogrondstof (takken, bladeren, stro en hout). De geproduceerde groene waterstof kan direct op het Chemelotterrein als grondstof worden ingezet voor groene chemie, waaronder de productie van biogas. Door de waterstof lokaal te maken is minder massa en transport nodig om tot dezelfde hoeveelheid waterstofgas te komen. Daarnaast is de technologie schaalbaar en zijn de kosten van het opschalen relatief laag als deze vergeleken worden met andere technologieën. De productie van groene waterstof past in de Chemelot strategie 2050 waarin staat dat Chemelot in 2050 klimaatneutraal wilt zijn.
Jack Renet verwacht dat de startup van BrighH2 op termijn een behoorlijke concurrent van BES zal worden.
Advies van de Sociaal-Economische Raad
In het rapport van 8 juli 2020 gaf de Sociaal-Economische Raad (SER) het volgende aan: “Het kabinet is ervan overtuigd dat de inzet van biomassa nu en richting 2030 en 2050 noodzakelijk is voor de verduurzaming van onze economie en het realiseren van de klimaatopgave. Het verbranden van biomassa om stroom op te wekken en warmte te genereren, moet worden afgebouwd.”
Het gegeven advies sloot hiermee aan op de groeiende kritiek vanuit de Tweede Kamer over het gebruik van biomassa. De SER adviseert om biogrondstoffen, zoals hout, voor laagwaardig gebruik af te bouwen, omdat “de klimaatdoelen anders in de knel komen”. De SER stelt dat bij het opstoken van houtkorrels CO2 en stikstof wordt uitgestoten, waardoor de luchtkwaliteit verslechtert. In plaats van het verbranden van hout pleit de SER bij het kabinet voor meer duurzame alternatieven als warmtepompen en geothermie. “Het ligt nu in handen van het kabinet de strategie voor de toepassing in Nederland te bepalen, de kaders vast te leggen en de regie te nemen.”
“Ten aanzien van biomassa volgen wij de voorgestelde lijn van het recente SER-advies”, laat een woordvoerder van de Provincie Limburg weten. “In het advies aan het kabinet worden meerdere invalshoeken voor een duurzame inzet van biomassa in de transitie naar een CO2-neutrale en circulaire economie in 2050 beschouwd.
Biomassa komt in meerdere gedaanten voor zoals gewasresten bij oogst of verwerking, mest, houtige reststromen en papierresten. Deze kunnen worden ingezet als ruw product of na verwerking naar uiteenlopende specifieke componenten zoals eiwitten, koolhydraten, suikers, vezels en zouten en dergelijke om verschillende toepassingen mogelijk te maken. De rol en toepassing van biomassa verandert.”
“Waar de aandacht tot nu toe vooral op energetisch toepassingen lag, zien we dat mede door voortschrijdende techniek hoogwaardigere toepassingen in chemie, materialen en gezondheid mogelijk worden. Deze transitie is een permanent proces waarbij de SER een zogeheten ‘cascadering’ adviseert. Hoogwaardig gebruik voor materialen, chemie en veevoer en vermindering van ‘laagwaardige’ warmtebenutting voor vervoer en elektriciteitsopwekking. Daarmee is terughoudendheid vereist in de toepassing van biomassa voor de toekomstige energietransitie.”
In navolging op het rapport van de SER besprak de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) een position paper in Den Haag. Via de paper werd aandacht gevraagd voor de moeilijker wordende klimaatopgave voor de gemeenten, mede omdat de gemeenten via het Klimaatakkoord af hebben gesproken om in 2030 een miljoen huizen van het gas af te halen.
“Of dat haalbaar is, is moeilijk in te schatten”, zegt een woordvoerder van de gemeente. “In Limbrichterveld loopt een proef om de wijk aardgasvrij te maken. We zien dat het hier, maar ook bij andere proeftuinen in het land, in het begin stroef verloopt, met name omdat informatie van het ministerie ontbreekt. Een andere factor is geld. In Limbrichterveld is het goed geregeld, waardoor de kosten voor inwoners fors zijn teruggebracht. Daardoor merk je nu dat meer mensen interesse hebben en de stap nemen om hun woning aardgasvrij te maken. Een betere bijdrage van het rijk voor de mensen die willen overstappen, kan de boel versnellen.”
“De Provincie heeft via het Interprovinciaal Overleg het Klimaatakkoord onderschreven”, vertelt een woordvoerder van de Provincie Limburg. “Vanuit Limburg benadrukken we ook steeds dat er voldoende draagvlak moet zijn voor initiatieven en dat het haalbaar en betaalbaar moet zijn.”
Reactie Planbureau voor de Leefomgeving
In december 2020 volgde de reactie van het Planbureau voor de Leefomgeving (PBL) na een eigen onderzoek. Het PBL gaf aan dat de subsidies voor het stoken van zogeheten houtige biomassa om warmte op te wekken omstreden zijn, maar dat deze voorlopig nog niet kunnen worden stopgezet. Het PBL gaf aan dat als dit voor 2030 zou gebeuren het halen van de klimaatdoelen in gevaar zou komen.
Het PBL concludeerde dat dit voorlopig alleen nog niet mogelijk is als het gaat om het verbranden van biomassa afkomstig uit hout om warmte op te wekken. Er zijn namelijk nu nog te weinig alternatieven voor handen om huizen, fabrieken en kassen te verwarmen.
Gemeenteraadslid Jack Renet: “Er is al enkele jaren bekend dat verbranden van biomassa op termijn vervangen zal worden door hoogwaardiger gebruik als grondstof in de chemische industrie. Het PBL geeft in het onderzoeksrapport ‘Beschikbaarheid en toepassingsmogelijkheden van duurzame biomassa’ verschillende invalshoeken.”
Renet citeert een stuk van de samenvatting van het rapport van het PBL: “er zijn zeker ook punten van overeenstemming in het debat. Zo stellen stakeholders de klimaatdoelen niet ter discussie en zijn ze het erover eens dat zorgvuldig met landgebruik en de bodem moet worden omgegaan. Ook zien zij een blijvende rol voor biomassa weggelegd als materiaal (papier, karton en zaaghout voor de bouw) en als grondstof voor de chemie. Als energetische toepassing onvermijdelijk is om de duurzame energie- en klimaatdoelstellingen te halen, dan bij voorkeur waar nog weinig of geen alternatieven beschikbaar zijn (zoals in de lucht- en zeescheepvaart). Daarbij is directe verbranding van primaire biomassa een van de minste geprefereerde opties.” Als reactie op deze passage geeft Renet aan: “hetgeen op termijn neerkomt op afbouw van het verbranden van biomassa. De impact van dergelijke rapporten op het beleid van Sittard-Geleen zal echter minimaal blijven zolang men de tunnelvisie heeft dat HGN persé moet worden doorgezet.”
Interregionale samenwerking
“Vanuit het Klimaatakkoord is er veel verantwoordelijkheid gelegd bij gemeenten”, aldus een woordvoerder van de Provincie. “Het Klimaatakkoord is rijksbeleid en is voor de provincies vertaald naar de Provinciale Energietransitie. De Provincie zoekt hiervoor samenwerking op, niet alleen met gemeenten en andere, aangrenzende provincies, maar ook met België en Duitsland. Er is gekeken naar de mogelijkheid van import van duurzame elektriciteit of energie uit Duitsland of België. Dat is geen oplossing voor de knelpunten in Limburg. De ontwikkelingen op de Noordzee van Wind-op-zee, de opvang en afvang van CO2, elektrolyse en import van elektriciteit uit Scandinavië en het Verenigd Koninkrijk moeten ook voor Limburg beschikbaar komen door voldoende hoogspanningskabels en buisleidingen.”
“In samenwerking met de provincie Brabant hebben we een aanbesteding voor elektrische laadpalen gedaan. De uitvoering hiervan start in de zomer. Daarnaast zijn de elektriciteitsnetten in België en Duitsland anders ingericht. Daar wordt wel naar gekeken maar dat is niet morgen besloten en overmorgen geregeld.”
“Energienetten zijn een landelijke aangelegenheid. Limburg zoekt zeker de samenwerking op met gemeenten en andere provincies. Zo zijn we als partner betrokken in de Regionale Energietransitie, maar zoeken we ook samenwerking op om bijvoorbeeld kennis te delen over onderwerpen binnen de energietransitie.”
Fijnstof en luchtkwaliteit
Het adviesbureau DNV GL berekende in 2019 in opdracht van het Ministerie van Infrastructuur en Waterstaat dat biomassacentrales 20% meer stikstof, fijnstof en broeikasgas en 16% meer CO2 uitstoten dan een kolencentrale. Het verschil met aardgas zou nog groter zijn volgens het adviesbureau. Het opwekken van warmte met biomassa (in de praktijk: het verbranden van hout) levert ongeveer twee keer zoveel stikstof op en 94% meer CO2 dan het verbranden van gas.
Bij de verbranding van biomassa komt ook fijnstof vrij. Fijnstof is slecht voor de luchtkwaliteit en veel mensen hebben er last van. Omdat de zorgen toenemen over de effecten van biomassa op de luchtkwaliteit, de volksgezondheid en de natuur, pleitten zowel het RIVM als de GGD voor meer onderzoek.
Een woordvoerder van de Provincie geeft aan dat Gedeputeerde Staten aan BES een vergunning heeft verleend om snoeiafval (houtfractie uit regionaal integraal groenafval) om te zetten in warmte en elektriciteit. Dezelfde vergunning regelt de luchtkwaliteit rondom BES. “In de vergunning staat dat periodiek de uitstoot moet worden gemeten en het bevoegd gezag controleert dat. De controles vinden plaats door de Regionale Uitvoeringsdienst Zuid-Limburg (RUD Zuid-Limburg). Voor elke stof die een bedrijf uit haar schoorsteen blaast, is een maximale concentratie vergund. Dat wordt gecontroleerd. Daarmee weet je dat het bedrijf niet meer uitstoot dan vergund is.”
Alle partijen een eigen conclusie
De meningen van diverse partijen zijn verdeeld en hebben bronnen om hun eigen visie te versterken en hun eigen conclusies te trekken.
Bureau Berenschot geeft in het verdiepingsonderzoek van 11 januari 2021 het volgende aan: “Ontwikkelingen binnen Het Groene Net moeten passen binnen een gemeentelijke en regionale visie op warmtevoorziening, energietransitie, aardgasvrije wijken en CO2-reductie. Hierbij moet de overheid in beginsel een meer terughoudende rol nemen, vooral gericht op kaderstelling en regelgeving. Commerciële exploitatie en commerciële risico’s horen thuis bij partijen die deze het beste kunnen managen.”
In het rapport van Berenschot wordt de marktwaarde van de aandelen Mijnstreekwarmte, maar ook de marktwaarde van HGN en HGNO, als zeer gering bepaald ten opzichte van de bedragen die de gemeente er in heeft gestoken. “Uitgangspunt was en is een lokaal zinvolle bijdrage aan de klimaatdoelen leveren”, geeft de woordvoerder van de gemeente aan. “Het pionieren in de eerste fase (HGN Noord) heeft ons veel geleerd. Dat willen we gebruiken voor het vervolg. En ook Berenschot geeft aan dat het HGN een belangrijk en publiek waardevol project is. Naast alle verbeterpunten is dat misschien wel de meest belangrijke conclusie.”
Gemeenteraadslid Jack Renet interpreteert het rapport echter anders: “Warmtenetten zijn commerciële producten. De gemeente heeft als taak te verduurzamen en dat op een zo effectief en goedkoop mogelijke wijze te doen. Daar hoort bij dat de gemeente afstand neemt van de uitvoering en alternatieven een kans geeft. De signalen die het college afgeeft zijn echter niet daarmee in overeenstemming. Ennatuurlijk heeft voorgesteld 95% te investeren. Dat werd destijds door wethouders Meekels en Guyt afgewezen en ook op een moment dat de gemeente op zwart zaad zat en ook nog eens kort voor de verkiezingen van 2018.”
“De bewoners van Limbrichterveld-Noord worden onvoldoende ingelicht omtrent de slechte financiële situatie van HGN. Dat vind ik schandalig! De gemeente kiest ervoor om die mensen te laten investeren in een vrijwel failliet bedrijf.”
“Zo zwart-wit is het niet”, zeggen zowel een woordvoerder als een projctleider van Ennatuurlijk. “Er zijn flinke investeringen gemoeid, maar het terugverdienen hiervan gebeurt over een langere periode. De investeringen die nodig zijn, zijn niet gauw terugverdiend, maar we kijken naar de lange termijn en willen hier iets goed neerzetten waar we trots op kunnen zijn.”
“Ennatuurlijk is bij wet verplicht om warmte -en koude- te leveren. In de situatie dat Het Groene Net failliet zou gaan, zijn de aangesloten bewoners en bedrijven verzekerd dat zij warmte -en koude- blijven ontvangen.”
Hoe verder?
Het dossier rondom het warmtenet zal in de toekomst actueel blijven:
- Begin december 2020 maakte Carla Brugman, gedeputeerde energiebeleid, bekend dat ze rond 1 april 2021 verwachte meer duidelijkheid over de verdere aanpak van HGN zuid te kunnen geven.
- Heeft de gemeente Sittard-Geleen op 9 maart 2021 op verzoek van PVV Sittard-Geleen aan alle gemeenteraadsleden 434 documenten vrijgegeven, waarvan een deel niet openbaar is. Mogelijk volgen hieruit minstens artikel 44 vragen voort die in de raad worden besproken.
- Heeft de gemeenteraad van Sittard-Geleen op 25 maart 2021 een besluit genomen over het afwegingskader, waarin wordt vastgelegd waar in Sittard-Geleen plek is voor zonnepanelen en windturbines en hoeveel energie en/of elektriciteit daarmee wordt opgewekt.
- Konden bewoners van de ‘proeftuin aardgasvrij Limbrichterveld-Noord’ op donderdag 25 en vrijdag 26 maart een bijeenkomst bijwonen, waarbij aan vier experts van de gemeente, HGN en isolatiebedrijven vragen konden worden gesteld.
- Zal HGN dossier in de rondevergadering van 8 april 2021 verder worden besproken.
Platform 046 zal in de toekomst de ontwikkelingen in de gaten houden en het dossier hierop aanvullen.
Zie ook
- 17 juni 2020: Ennatuurlijk krijgt sterkere positie in Het Groene Net
- 25 september 2020: Windmolens Holtum-Noord, de achtergrond
- 28 januari 2021: Het Groene Net: belangrijk en waardevol project; verbeterpunten toepassen
- 18 maart 2021: Brightsite: duurzame transformatie chemische industrie stap dichterbij
- 25 maart 2021: Daken en bedrijventerreinen gebruiken voor duurzame energie
Laat een reactie achter