
Tussen Geleen, Einighausen, Urmond en Berg aan de Maas ligt langs de A2 en de Urmonderbaan een klein bos waar jarenlang heel wat om te doen is. Het bos staat bekend als De Lexhy, ook wel Heksenberg genoemd. Chemelot wilt over de Urmonderbaan uitbreiden naar het bos. Diverse actiegroepen willen het bos behouden. Het bos, ten zuiden van de Graetheide, kent een roerige geschiedenis.
De Lexhy
Het perceel is vernoemd naar Armand Jean Alfred de Lexhy, een Belgisch notabele en grootgrondbezitter in onder andere Sittard en omstreken. Armand, afkomstig van kasteel de Lexhy bij Luik, kocht het terrein in 1928 van de N.V. Exploitatie Louisagroeve. Hij woonde reeds in het nabij gelegen kasteel Welschenheuvel bij Urmond (inmiddels afgebroken), dat hij in 1902 erfde van zijn neef Alfred Michiels, ook een Belgische grootgrondbezitter.
In 1948 overleed Armand Jean Alfred de Lexhy, waarna zijn familie het perceel in 1962 verkocht aan De Staatsmijnen (later: DSM en uiteindelijk Chemelot).
De Louisagroeve
De Louisagroeve was een bruinkoolgroeve met twee exploitatiegroeven. De eerste groeve lag in het bos naast de tegenwoordige speltpellerij De Lexhy B.V., de tweede lag aan de ander kant van wat nu de Urmonderbaan is en grenst aan het huidige Chemelot terrein.
Tussen november 1917 en april 1920 werd bruinkool gewonnen. Al in 1918 kwam de groeve in opspraak vanwege slechte werkomstandigheden. Door diverse stakingen, diverse protesten en doordat de winning van steenkool na de Eerste Wereldoorlog weer op gang kwam, sloot de groeve uiteindelijk. De groeves werden bij sluiting niet meer afgewerkt, terwijl dit wel verplicht was. Op het terrein werden bomen geplant en de tweede groeve liep onder water. In dezelfde groeve bleef een graafmachine van de bruinkoolwinning achter. Later hebben de Staatsmijn Maurits en DSM de groeves als vuilstortplaats gebruikt, waardoor het gebied nog altijd verboden terrein is voor mensen.
Zorgen van omwonenden en omliggende gemeenten in het verleden
Zowel omwonenden als omliggende gemeenten zijn al langere tijd huiverig voor uitbreiding van Chemelot. Op 11 juli 1974 schreef het Limburgsch Dagblad hierover in het artikel “Ramp Flixborough blijft in Westelijke Mijnstreek ‘leven’”. De ramp in het Britse Flixborough was een explosie in de chemiefabriek waarbij 28 personen omkwamen en nog eens 36 ernstig gewond raakten. Ruim een jaar later, op 7 november 1975, werd de angst bewaarheid door een explosie op de Naftakraker II op het DSM terrein waarbij 14 medewerkers omkwamen en 109 gewond raakten.
De gemeente Urmond tekende eind augustus, begin september 1974 bezwaar aan tegen de vestiging van een waterzuiveringsinstallatie op De Lexhy. In het bezwaarschrift vermeld de gemeente dat “de noodzaak dat er geen andere alternatieve vestigingsplaatsen zijn niet is aangetoond”. Als reactie hierop betwiste een statenlid de landschappelijke waarde van De Lexhy, die met zijn uitspraak haaks stond op de algemene mening van Gedeputeerde Staten. Toen ook de gemeente Stein zich tegen de waterzuiveringsinstallatie op De Lexhy begon te keren en de omliggende gemeenten vroeg om de Graetheide als alternatief te gebruiken, liep de situatie dusdanig hoog op dat de Minister uit Den Haag in 1975 de gemeenteraad van Stein buitenspel zette. Het college van burgemeester en wethouders moest de beslissing zonder de raad nemen. De onenigheden namen verder toe, waarbij in januari 1977 ook de gemeente Sittard zich fel tegen de komst van chemie op De Lexhy uitsprak. Uiteindelijk namen de Gedeputeerde Staten op 20 januari 1977 het besluit dat DSM zware industrie uit mocht breiden in de Graetheide. Onder andere door strengere milieunormen van begin jaren ’90 is dit nog altijd niet gebeurd.
Mogelijke toekomstige bestemming
Het bos De Lexhy is in de Omgevingsvisie 2014 van de Provincie Limburg aangemerkt als ‘goudgroene natuurzone’. Hierdoor mag het gebied niet worden bebouwd tenzij er ontwikkelingen zijn die nergens anders plaats kunnen vinden.
Via het document ‘Visie Chemelot 2025’ van 11 mei 2016 kondigde Chemelot aan de Campus uit te willen breiden. Naast de Graetheide werd ook het bos van De Lexhy genoemd als gebieden die in de toekomst mogelijk zullen worden gebruikt voor natuurcompensatie. Hiermee sluit deze mogelijkheid tot natuurcompensatie aan op de ambitie van de Provincie Limburg die binnen twee Statenperiodes 1 miljoen bomen in de provincie aan willen planten. In de ‘Rapportage Masterplan Chemelot 2050’ van 16 december 2019 werd De Lexhy specifiek aangewezen als een gebied voor de beoogde campusontwikkeling. Deze ontwikkeling zal in de -nog te schrijven- ‘Gebiedsvisie Chemelot’ verder worden uitgewerkt. Uit het Masterplan 2050 blijkt nog niet welk soort bedrijvigheid gepland is op De Lexhy, wel is duidelijk dat een verkeersaanpassing op de Urmonderbaan hiervoor nodig is.

Detailkaart uit de Omgevingsvisie 2014 van Provincie Limburg, kaart uit Polviewer.nl
Politiek
In oktober 2019 presenteerden de Stadspartij en SPA het rapport ‘Geleen, Capital of Brightlands’. Via dit rapport werd door de politieke partijen aan Chemelot gevraagd om de innovatiecampus aan het stedelijk gebied van het stadsdeel Geleen te koppelen, waarbij het natuur- en bosgebied De Lexhy werd behouden. De gebiedsontwikkeling van Chemelot, de Chemelot Campus en De Lexhy is in de coalitieperiode 2020-2022 onderdeel van de portefeuille van wethouder Pieter Meekels. Vermoedelijk wordt de Gebiedsvisie Chemelot in het eerste kwartaal van 2021 aan de gemeenteraad aangeboden. De mogelijke toekomst van De Lexhy is daar waarschijnlijk onderdeel van.
Goed stuk. De basis van alle chemische activiteiten op de Chemelot-site wordt momenteel ingevuld door de Nafta-krakers voor de fabricage van kunststoffen en de Methaankrakers voor de vorming van kunstmeststoffen. Met aardgas en fossiele elektriciteit als grootste energievoorziening. De fossiele Nafta (koolwaterstoffen) kunnen mogelijk vervangen worden door bio-koolwaterstoffen. Elektrische energie door windmolens/ zonne-energie. Het grootste probleem lijkt de methaankrakers (aardgas) voor de bereiding van waterstof/ ammoniak. Waterstof via elektrolyse geleverd door windmolens zal bij lange na niet kunnen voorzien in de behoefte van waterstof. De vraag is of deze bulk-activiteiten waarbij enorme grote hoeveelheden bio-energie/ bio-koolwaterstoffen/ recyclingmaterialen en elektrolyse waterstof nodig zijn
thuishoren in deze dichtbevolkte regio. Chemelot zou zich vooral moeten richten op minder grondstoffen en bulkproducten en meer op producten met een hogere toegevoegde waard.